Daria Noda, Blue Radix: 'Hoe kon je ooit zonder?'

Wat is jouw achtergrond in de tuinbouw en wat trok je aan in werken bij Blue Radix?
Toen ik in 2019 onze sector binnenkwam, voelde ik me een buitenstaander in een hechte tuinbouwfamilie—iemand die nooit tomaten had geplukt in de kas van haar familie. Maar dat veranderde snel: ik ontmoette gepassioneerde telers en collega’s over de hele wereld en kreeg inzicht in de uitdagingen van moderne bedrijfsvoering, evenals de ups en downs van het dagelijkse leven. Wat mij het meest aanspreekt, is de cultuur: direct, nieuwsgierig en onverwoestbaar gepassioneerd over het vak. Bij Blue Radix voelt het alsof ik deel uitmaak van een nieuw verhaal, vol frisse dynamiek en spannende kansen om op te schalen en impact te maken.

Je hebt gewerkt met telers in heel verschillende delen van de wereld. Wat heb je daarvan geleerd?
Waar ik ook telers spreek—of dat nu in Frankrijk, Kazachstan of Canada is—één ding springt altijd eruit: ze zijn ongelooflijk praktisch en toegewijd aan hun gewassen. Maar de mate van ondersteuning die ze krijgen, verschilt enorm. Sommigen werken in kleine teams of zelfs alleen, en dragen dagelijks een zware mentale last. Toen ik begon bij Royal Brinkman als een Account Manager, had ik de kans om nauw samen te werken met telers in Centraal-Azië. Ik begeleidde hen bij het gebruik van materialen en machines, en speelde een actieve rol in het stimuleren van groei door het uitbreiden van het klantenbestand en het promoten van glastuinbouw. Door deel te nemen aan regionale handelsmissies, internationale tentoonstellingen en persoonlijke ontmoetingen met klanten en prospects, kreeg ik direct inzicht in hun dagelijkse uitdagingen. Deze ervaringen lieten me zien hoe snel en wendbaar de tuinbouwsector kan zijn—waar elke prioriteit voelde alsof het gisteren al moest worden afgehandeld. Telers stellen voortdurend hoge eisen aan zichzelf, en dienstverleners staan altijd klaar om hen te ondersteunen. Later, bij Hagelunie, maakte ik kennis met een veel rustiger en meer gestructureerde aanpak binnen de sector. Dat contrast liet mij inzien hoeveel potentieel autonomie heeft—niet alleen voor het bereiken van efficiëntie, maar ook voor het echt verbeteren van de levenskwaliteit van telers, door hen de ruimte te geven zich te richten op wat er écht toe doet.

Hoe leg je autonoom telen uit aan iemand die er voor het eerst over hoort?
Autonoom telen draait om de overgang van reactieve naar proactieve systemen. In plaats van de hele dag klimaat- en irrigatie-instellingen aan te passen, kunnen telers hun teeltdoelen instellen, waarna het systeem het werk automatisch overneemt—dag en nacht, zelfs als ze er niet zijn. Het is alsof je een onvermoeibare assistent hebt die altijd handelt in het beste belang van je gewas. Wat Crop Controller uniek maakt, is dat het volledig de beslissingen automatiseert die telers voorheen uur na uur moesten nemen. Het zorgt voor optimale kasomstandigheden met consistentie en minder stress. Het respecteert de expertise van telers terwijl het repetitieve, technische taken overneemt die vaak leiden tot slapeloze nachten. Het is niet zomaar innovatie; het gaat om vertrouwen opbouwen en telers helpen om weer grip te krijgen op hun tijd. Dat maakt deze oplossing zo krachtig.

Wat is de grootste misvatting die mensen hebben over autonoom telen?
Dat het de controle wegneemt van de teler. In werkelijkheid biedt autonome sturing juist meer overzicht en tijd om zich te richten op langetermijnstrategie, teammanagement of simpelweg even pauze te nemen. Het vervangt mensen niet—het ondersteunt ze.

Wat zijn enkele uitdagingen waar telers het vaak over hebben?
Telers noemen vaak uitdagingen zoals personeelstekorten, stijgende energiekosten en een overweldigende werkdruk. Veel telers voelen zich 24/7 aan hun kassen gebonden, terwijl ze talloze kleine beslissingen moeten nemen en moeite hebben om tijd vrij te maken voor andere zaken. Het opschalen van hun bedrijf is een doel voor velen, maar ze maken zich zorgen over het behouden van de kwaliteit tijdens de teelt. Crop Controller biedt hiervoor een oplossing: het fungeert als een betrouwbare, data-gedreven partner die meegroeit met de teler. Door precisie en consistentie te bieden, dient het als een tweede paar ogen, waardoor zelfs de meest efficiënte telers hun tijd kunnen herwinnen en zich kunnen focussen op grotere doelen.

Wat vind je het leukst aan het werken met telers?
Hun eerlijkheid en passie. Telers nemen geen blad voor de mond. Ze vertellen je direct of iets werkt of niet, en dat maakt elk gesprek waardevol. Als ze eenmaal de voordelen van autonomie beginnen te zien, is hun enthousiasme echt aanstekelijk.

Waar zie je de glastuinbouwsector de komende vijf jaar naartoe gaan?
Ik verwacht dat er meer kassen komen vanwege de uitdagingen van vandaag: een groeiende wereldbevolking, minder vruchtbare grond, klimaatveranderingen en politieke verstoringen die ons dwingen lokaal te produceren. Ik denk dat we een verschuiving zullen zien van handmatige aansturing naar strategisch toezicht. Er zullen meer robots en efficiënte systemen komen. Telers zullen data en autonomie inzetten om niet alleen hun hectares, maar ook hun expertise uit te breiden. Ik ben ervan overtuigd dat de oogst van 100 kg tomaten per m² niet het plafond is. Het zal niet lang duren voordat een teler deze grens overschrijdt, en wanneer dat gebeurt, help ik graag mee met het plukken van die tomaten.

Tot slot—wat zou je zeggen tegen een teler die nieuwsgierig maar onzeker is over de overstap naar autonoom telen?
Ik zou zeggen: Zodra je ziet hoe het je doelen en je team ondersteunt, vraag je je misschien af hoe je ooit zonder hebt gekund. Dus laten we in gesprek gaan.

Bron: