Voor een optimale gewasbalans en productie in het najaar, moeten er nu al weer maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat jonge scheuten zich optimaal kunnen ontwikkelen. Gewasonderhoud is hierbij een belangrijke factor. De ervaring leert dat er meer en zwaardere scheuten zich ontwikkelen in een open gewas ten opzichte van een gewas met een te hoge LAI. Net na de langste dag is een cruciale periode voor gewasonderhoud. Te lang uitstellen leidt tot verminderde kwaliteit en scheutvorming.

Ook moderne rassen kunnen in de zomerperiode knopverdroging laten zien. Dit heeft niet zozeer met licht als wel met microklimaat te maken. Een open gewas heeft ook een stabieler microklimaat.

Overgangen in klimaat zijn door een gewas dat niet te vol staat, beter op te vangen.  Kan op bloemhoogte een lichtniveau  van 1000 umol worden gemeten, onderin het gewas kan dit minder dan 100 umol zijn. Dit betekent dat jonge scheuten de eerste 2 weken bijna in het donker groeien.

Bladproblemen die we vaak pas aan het eind van de ontwikkeling van een bloemtak zien, zoals witte streepjes, zijn mogelijk het gevolg van sterke overgangen in bladtemperatuur en verdamping. Scheuten die in de eerste 2 weken bijna volledig in het donker staan, zijn veel gevoeliger hiervoor omdat de bladstructuur en huidmondjes niet berekend zijn op sterke overgangen.

Bij donker weer is het zeker verstandig om ook deze maand juli, in de ochtend tot 150 Watt buiten, te belichten om het gewas te activeren. Bedrijven met een diffuse coating doen er goed aan om nu al voorbereidingen te treffen zodat het begin augustus verwijderd kan worden. Licht wordt al weer een beperkende factor.